‘Voor de inpassing in het landschap, kunnen houtwallen geplaatst worden’

Inleiding bij vraag 14 van de enquête over de windturbines: ‘Bij het plaatsen van windmolens wordt altijd gekeken naar hoe ze het beste in het landschap ingepast kunnen worden. Er kunnen bijvoorbeeld houtwallen omheen gebouwd worden of andere elementen die karakteristiek zijn voor het landschap …’.

Turbines zijn helemaal niet inpasbaar, en wat we zien bij deze nog ‘lage turbines zegt genoeg. Hoezo, ‘niet sturend’, die enquête?